Vaarwel Henk Hofland

Vaarwel lieve Henk

Henk Hofland

Geplaatst in Nieuws | Reacties uitgeschakeld voor Vaarwel Henk Hofland

Steun het Jan Wolkershuisje!

Als voorzitter van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers én als bewoner van een volkstuin met huisje op Amstelglorie, roep ik alle lezers op om de petitie te ondertekenen voor het behoud van Amstelglorie! Het tuinpark waar Jan Wolkers in de jaren zeventig zijn boeken schreef wordt namelijk bedreigd door plannen van de Gemeente Amsterdam voor woningbouw. Amstelglorie is een groene long van Amsterdam, met betekenis en geschiedenis. Het vroegere tuinhuisje van Wolkers wordt dit najaar – mits er voldoende financiering wordt gevonden – in de oude staat hersteld en omgetoverd tot een schrijvershuisje. Steun onze plannen!
Teken de petitie: https://petities.nl/petitions/geen-woonwijk-op-tuinpark-amstelglorie

In NRC Handelsblad deed Kester Freriks afgelopen donderdag verslag:
NRC Wolkershuisje

Geplaatst in Nieuws | Reacties uitgeschakeld voor Steun het Jan Wolkershuisje!

Fintro (Gouden Uil) voor het eerst naar een vrouw

Hagar Peeters wint de Fintro Literatuurprijs

En de winnaar is… eindelijk een vrouw

De Fintro Literatuurprijs, voorheen de Gouden Boekenuil, gaat voor het eerst naar een vrouw: Hagar Peeters kreeg de prijs voor Malva. De lezersjury was gecharmeerd door De onderwaterzwemmer van P.F. Thomése.

Hagar Peeters FintroHagar Peeters is het prijsbeest! De jury heeft gisteravond tijdens een rechtstreeks op televisie uitgezonden feestelijk diner de Fintro Literatuurprijs, groot 25.000 euro, toegekend aan haar debuutroman Malva. Na twintig jaar bekroningen van mannen is het de eerste keer dat de Fintro Literatuurprijs/Gouden Boekenuil naar een vrouw gaat. Gezien de shortlist, waarop drie romans geschreven door vrouwen en twee door mannen prijken, zou het demonstratiever zijn geweest als de prijs voor de éénentwintigste keer aan een man zou zijn toebedeeld.
Malva is het boeiende verhaal over de verstoten dochter van de beroemde Chileense dichter Pablo Neruda (1904-1973) en zijn Nederlandse eerste vrouw. Het kindje is zwaar gehandicapt: door een waterhoofd kan ze niet zelf lopen en praten. Ze wordt door Neruda, die in zijn poëzie juist altijd de kant van de verschoppeling heeft gekozen, ondergebracht in een pleeggezin. Hij kijkt nooit meer naar haar om en zij sterft op achtjarige leeftijd. Peeters laat Malva vanuit de hemel alsnog haar vader leren kennen, en vermengt dat met poëzie en met het verhaal over haar eigen vader, die in de jaren zeventig journalist in malvaZuid-Amerika was en Neruda’s begrafenis versloeg, die uitliep op een protestbijeenkomst tegen de Chileense junta van generaal Pinochet. Ook Peeters’ vader heeft de eerste jaren van haar leven het bestaan van zijn dochter Hagar ontkent. Intussen laat Peeters Malva in het hiernamaals dollen met de gehandicapte kinderen van Arthur Miller en James Joyce en vooral met Oskar, de ‘beroepsdwerg’ uit De blikken trommel van Günther Grass. Het lijkt gewrocht, maar Peeters tilt het op het oog fragmentarische verhaal tot grote poëtische hoogte.
Hagar Peeters brak in 1999 door als dichter met Genoeg gedicht over de liefde vandaag, gevolgd door Koffers zeelucht (2003) en het hoogstpersoonlijke Wasdom (2011). Haar dichterschap schemert door in Malva. Vijf Vlamingen en één Nederlander telt de jury, die lijkt gehoor te hebben gegeven aan een onderhuidse Vlaamse traditie: de literair gezien meest verrassende roman bekronen. Want als het om de flexibiliteit van taal gaat, om de wonderlijke wijze waarop woorden in literatuur kunnen vonken, is het debuut van Peeters de juiste winnaar van deze vijf genomineerden.
De prijs gaat dus niet naar het knappe Muidhond van debutante Inge Schilperoord, over een verstandelijk beperkte pedoseksueel die na een gevangenschap wegens misbruik van een buurmeisje opnieuw in de verleiding komt. En niet naar Compassie van Stephan Enter, een fascinerend verhaal over internetdaten en de huiver van de hoofdpersoon om het gebied te betreden ‘dat hij niet eerder betrad’: de liefde. En de prijs gaat ook niet naar de gedoodverfde winnaar Jij zegt het van Connie Palmen, de intense roman over de heftige liefde tussen Sylvia Plathes en Ted Hughes, die op 8 mei wel de Libris Literatuurprijs in de wacht sleepte.
De lezersjury, honderd lezers onder aanvoering van voorzitter Adil El Arbi, koos voor De onderwaterzwemmer van P.F. Thomése, het indringende levensverhaal van Tin, die alsonderwaterzwemmer jongen een trauma oploopt. Met zijn vader, verzetsman tijdens de Tweede Wereldoorlog, zwemt hij in het ernstige en prachtige begin van de roman de rivier over. Vader verdrinkt maar Tin niet. De roman speelt zich daarna grotendeels af in Afrika, waar Tins vrouw haar Foster-Parents kind wil opzoeken, een albino. In dit hilarische avontuur, waarin Tin opnieuw iemand verliest, kan Thomése volop zijn ironische toon laten klinken. Op hoge leeftijd, als Tin wegteert in een Cubaans ziekenhuis en er een volwassen kleinzoon opduikt, leert hij alsnog te leven met zijn trauma. Hij beseft dan dat overleven betekent: ‘een ander worden’, en komt eindelijk boven water.
In De onderwaterzwemmer toont P.F. Thomése volop zijn virtuositeit. In zijn romans kan hij afwisselend ernstig en jolig zijn, oprecht en sarcastisch, vol diepgang en scherend over de oppervlakte. Zijn beroemdste roman, Schaduwkind, is het autobiografische verhaal over de dood van een pasgeboren dochtertje. Ook De onderwaterzwemmer gaat over verlies, en Thomése toont aan hoe werkelijkheid en verbeelding in een oeuvre van een goede romanschrijver samen kunnen komen. Zijn roman zou de Fintro Literatuurprijs ook waard zijn geweest, maar de lezersprijs is een mooie erkenning van zijn werk.

Geplaatst in Nieuws | Reacties uitgeschakeld voor Fintro (Gouden Uil) voor het eerst naar een vrouw

Astrid Roemer – Wanhoop, onrecht en liefde

portret – Astrid Roemer Winnares van de P.C. Hooftprijs 2016

Wanhoop blootleggen, onrecht toelichten en liefde propageren

De Surinaams-Nederlandse schrijfster Astrid Roemer krijgt eindelijk de erkenning die ze verdient. Haar zwervende bestaan staat in het teken van een strijd tegen onderdrukking.

Wie had dat ooit gedacht? De grilligste vrouw van het Nederlandstalige literaire universum, nauwelijks bekend onder het lezerspubliek, wint de meest prestigieuze literaire prijs: de P.C. Hooftprijs, groot 60.000 euro. De verrassing was groot toen de jury zijn keuze bekendmaakte, maar wie Roemers werk kent en ziet hoeveel zij voor het Nederlandse taalgebied, Suriname incluis, betekent, zal erkennen dat het een terechte toekenning is voor een bijzonder gedreven oeuvre.
Vijftien jaar lang leek de schrijfster van de aardbodem verdwenen. ‘Mijn leven beweegt van vol, leeg, leger naar koel, kil, koud,’ schrijft ze in Liefde in tijden van gebrek, de ‘memoires van een thuisloze’ die gelijktijdig met de toekenning van de prijs verschijnen. In deze autobiografische notities verhaalt ze over haar vlucht naar Schotland, op zoek naar sporen van haar Schotse voorouders, op de loop voor een rechtszaak in Nederland en uit liefdesverdriet om een geheimzinnige ‘lady van Amsterdam’. Ze haalt herinneringen op aan haar grote liefde Bill en bezingt de liefde voor haar katten. ‘Het is een feit: ik ben mijn herinneringen en mijn herinneringen vormen de bron van mijn bestaan.’ Intussen trekt ze van huurkamer naar huurkamer en is ze eenzaam en achterdochtig. Overal probeert ze niet te denken aan wie ze consequent ‘degene aan wie ik liever niet denk’ noemt, en overal heeft ze het idee te worden bespioneerd en bestolen.
Astrid Roemer (1947) werd geboren in Suriname en vertrok in 1966 naar Nederland, zoals de helft van de Surinamers uiteindelijk deed. Zij debuteerde als dichter met Sasa Mijn actuele zijn in 1970. Regelmatig keerde ze langere periodes terug naar Suriname, onder meer als onderwijzeres. In haar werk hebben kolonisatie en dekolonisatie altijd een belangrijke rol gespeeld. Roemer geeft aan dat zij de onderscheiding met de P.C.Hooftprijs ook ziet als erkenning van de Nederlands-Caraïbische literatuur en draagt de prijs op aan schrijver Bea Vianen en aan de inmiddels overleden schrijvers Edgar Caïro, Anil Ramdas en Frank Martinus Arion. ‘Met Suriname ben ik getrouwd, Nederland is mijn minnaar, met Afrika heb ik een homoseksuele relatie en met ieder ander land ben ik bereid slippertjes te maken,’ zegt ze over haar band met Suriname.
Met haar romans wil ze, zoals ze in Liefde in tijden van gebrek schrijft: ‘Wanhoop blootleggen. Onrecht toelichten. Liefde propageren.’ Vooral Over de gekte van een vrouw (1982) blaakt van strijdbaarheid: in deze feministische roman verzet hoofdpersoon Noenka zich tegen de (seksuele) macht van mannen. De confrontatie van de zwarte vrouw met geweld, seks en onderdrukking loopt als een rode draad door haar werk. Haar lesbische relaties maken niet dat zij een homoseksuele identiteit omarmt: zij zoekt naar vrijheid in taal, liefde en seks, zoals verwoord in het gedicht: ‘Als een bruidssluier / ben je voor mijn hart / weldra raakt mijn hart verstikt’. Als een van de eersten heeft Roemer de magische elementen uit de Zuid-Amerikaanse literatuur in Nederland geïntroduceerd. Geestverschijningen, slangen en metaforen: er zit meer Gabriel García Márquez dan Willem Elsschot in haar werk.
Filmmaakster Cindy Kerseborn wist de schrijfster na 15 jaar op te sporen op het eiland Skye, en maakte de film De wereld heeft gezicht verloren over Roemers leven met laptop, rugzak en kat. Na haar zwerftocht door Schotland is Roemer, bijna 70, neergestreken in een klooster in Gent. Daar schrijft ze aan een nieuwe roman.

Roemers beroemdste boeken:

Neem mij terug Suriname (1974)
Roemers debuut is opnieuw uitgegeven in de serie ‘Surinaamse klassieken’ van uitgeverij Conserve. Hoe verwierven Surinamers zich een plek in de Nederlandse samenleving en bleven zij tegelijk trouw aan het Surinamerschap? De 40-jarige Benny vertrekt naar Nederland en ontpopt zich tegen zijn zin als pooier. Seks, al dan niet betaald, ontrouw en openbare homoseksualiteit tekenen de samenleving. Gedesillusioneerd keert Benny terug naar Suriname.

Gewaagd leven (1996)
Hagith, Rubi en Onno heten de drie kinderen van de ‘predikant zonder parochie’ Michael Mus. Ze wonen in de voormalige koloniale woning Meerzorg aan de oceaankust van Suriname. Vader houdt er een ‘buitenvrouw’ op na en leeft op permanente voet van oorlog met zijn vrouw; Onno’s geliefde tante woont in Nederland. In verschillend getoonzette fragmenten weet Roemer fraai de rijke binnenwereld van een puberjongen te schetsen, terwijl intussen in Suriname politieke instabiliteit, corruptie, drugshandel en geweld floreren.

Lijken op liefde (1997)
Samen met Gewaagd leven en Was getekend (1998) is Lijken op liefde opgenomen in de omnibus Onmogelijk Moederland (2016), ook wel ‘Roemers drieling’ genoemd. Deze roman, met een van de mooiste titels uit de Nederlandstalige literatuur, vertelt het verhaal van Suriname en de Decembermoorden in 1982 (de coup door Dési Bouterse, nu president van Suriname) vanuit het perspectief van huishoudster Cora Sewa. Het sprookje van de maagdelijke bediende in een tropisch paradijs spat uiteen.

Geplaatst in Nieuws | Reacties uitgeschakeld voor Astrid Roemer – Wanhoop, onrecht en liefde

Ja! Een vrouw: Connie Palmen

Gisteren werd de winnaar van de Libris Literatuurprijs bekendgemaakt: Connie Palmen met Jij bent het. In mijn artikel over de genomineerden van de Librisprijs en de Fintroprijs (voorheen de Gouden Boekenuil) van afgelopen vrijdag in De Standaard schreef ik al dat het dit jaar zéker een vrouw zou worden, en dat Connie Palmen de hoogste ogen gooide. Jij bent het is een roman waarin je heel dicht op de huid van de hoofdpersonen Ted Hughes en Sylvia Plath komt. Zo intiem lees je het zelden.

Mijn stuk begint zo: “Zes romans maken dit jaar kans op de Libris Literatuurprijs en vijf Connie Palmen Boekenbal 2014 foto Bram Budelop de Fintro Literatuurprijs. Er zijn opmerkelijke overeenkomsten in de keuze van de jury’s. Drie schrijvers staan op beide shortlists, maar vreemd genoeg vielen alle Vlamingen af. Uiteindelijk – en dat doet deugd – strijden vier vrouwen en vier mannen om de eer. Laten we het toeval noemen. Vorig jaar constateerde ik hier dat de Gouden Boekenuil, zoals de Fintro toen heette, nog nooit naar een vrouw ging, en de Libris slechts twee keer. Ik verzeker u: dit jaar wint een vrouw.”
Voor het hele artikel “Een oproep tot compassie” kunt u inloggen bij De Standaard: http://www.standaard.be/cnt/dmf20160505_02274861

Al vorig jaar, in mijn artikel over de genomineerden voor de Libris en Gouden Uil van een jaar geleden, schreef ik dus over de afwezigheid van vrouwelijke schrijvers onder de winnaars van de literaire prijzen.

In mei 2015 voorspelde ik het nog fout. Ik zag Esther Gerritsen de Librisprijs winnen en  hoopte dat Niña Weijers de Gouden Boekenuil zou krijgen. Het werden toen Adriaan van Dis (met zijn prachtige roman Ik kom terug) en Mark Schaevers met De orgelman, een fascinerend boek, prachtig geïllustreerd, over de schilder Felix Nussbaum:

Doorbreek het glazen plafond!

Nog nooit ging de Gouden Uil naar een vrouwelijke auteur. En de Librisprijs slechts twee keer. Er is een Welle aan jonge schrijfsters geconstateerd. Gaan de prijzen nu wel naar een vrouw?
De jury van de Librisprijs heeft het juryrapport aangegrepen om een State of the Union over het boekenvak te maken. De val van boekhandelketen Polare, de ‘ontlezing’ en de digitalisering worden aan de debetkant gezet; aan de creditkant zorgen meer mediabelangstelling, stabilisering van de boekhandel en een hernieuwde belangstelling voor het papieren boek voor het broodnodige evenwicht, aldus de jury. Misschien omdat een juryrapport toch eigenlijk over de stand van zaken in de literatuur moet gaan eindigt het met het inzicht dat de literaire oogst van 2014 wemelt van de ‘jonge vrouwen die alle ramen en deuren opengooien en de wereld onverschrokken tegemoet treden’. De ‘literaire toekomst van Nederland’ (sic; ook Vlaamse auteurs dingen mee) zal ‘vrouwelijk’ zijn, meent de jury.
Een opmerkelijke conclusie die opzettelijk afstand neemt van de traditie van de Libris Literatuurprijs. Want de prijs die dit jaar voor de 22ste keer wordt uitgereikt ging slechts twee keer naar een vrouw, niet bepaald jonge vrouwen die de ramen opengooien: in 1994 naar De harde kern van Frida Vogels (1930), en in 2008 naar Sleur is een roofdier van D. Hooijer (1939). Beide auteurs zijn voor de fijnproevers – schitterend door hun eigenaardigheid. Dat juist zij wél de prijs wonnen, benadrukt alleen maar de grote vraag waarom publieksboeken van Harry Mulisch en A.F.Th. van der Heijden, Arnon Grunberg en Tommy Wieringa de Librisprijs wonnen, maar nooit de net zo graag gelezen Doeschka Meijsing of Connie Palmen, Mensje van Keulen, Anna Enquist of Margriet de Moor.
Het is geen toeval hoor. Want als je naar de shortlist over de jaren heen kijkt, is het schrikken. Zes boeken telt die; vanaf de eerste uitreiking 132 titels. Slecht 33 daarvan zijn geschreven door een vrouw en 99 door een man. Dat is een 3-1 voorsprong voor de man voordat de wedstrijd begonnen is. Drie keer is het de jury zelfs gelukt om alleen maar mannen te nomineren (1999, 2006 en 2012), vijf keer kwam de verdeling man/vrouw op fifty-fifty uit (1994, 1998, 2002, 2005 en 2008). Margriet de Moor is de vaakst genomineerde vrouw (3 keer), gevolgd door Wanda Reisel en Marie Kessels (2 keer). Maar ook Esther Gerritsen, nu genomineerd met Roxy, stond al twee keer eerder op de shortlist, in 2011 en in 2013. Alleen al om hun eigen juryrapport geloofwaardig te laten zijn, zou de jury dus moeten besluiten om Esther Gerritsen, ook al uitverkoren om het Boekenweekgeschenk 2016 te schrijven, de Librisprijs te gunnen. Roxy is bovendien een ijzersterke roman vol verrassingen. Roxy is de naam van de kersverse weduwe van een succesvol tv-producer; een onalledaagse hoofdpersoon, alleen al omdat ze ordinaire nouveau riche lijkt. Toen haar man werd aangereden bleek hij naakt te zijn, en in verstrengeling met zijn tevens naakte assistente. Roxy’s wereld stort in: terwijl het verdriet toeslaat moet ze ook het beeld van haar huwelijk krachtig bijstellen. Haar intense rouw drijft haar tot bizarre acties – rouw blijkt een zeer krachtige life changer. ”
(…)
Als de Librisjury het voor het zeggen had, dan zou de Gouden Uil naar De consequenties van Niña Weijers gaan: dat weten we omdat haar boek het enige is dat op beide shortlists prijkt. Bovendien is de Gouden Uil nooit eerder naar een vrouw gegaan, en zijn vrouwen ook op de shortlists met een lantaarntje te zoeken. Dat toeval noemen, en dan twintig jaar lang, zou bespottelijk zijn. Niña Weijers is niet de enige jonge vrouw met groot talent; met Naomi Rebekka Boekwijt, Maartje Wortel, Bregje Hofstede, Shira Keller, Hanna Bervoets, Nina Polak, Franca Treur, allemaal rond de dertig, is een nieuwe generatie opgestaan die het vermeende ‘glazen plafond’ in de literatuur hopelijk voorgoed geslecht heeft.
Laat Weijers mischien ieders tweede keus zijn; democratisch gezien wordt zij dan nummer 1. En Jeroen Brouwers (die in 2001 de prijs voor Geheime kamers kreeg) met zijn magnifieke Het hout dan? Brouwers schreef het beste boek, maar ik roep de jury op te doen wat niemand verwacht. Doorbreek de traditie, stel een daad en geef de prijs aan Niña Weijers.”

En nu, een jaar later, is het dan zo ver: Connie Palmen heeft de Librisprijs gewonnen! Nu nog zien of ze ook de Fintroprijs in de wacht sleept…

Geplaatst in Nieuws | Reacties uitgeschakeld voor Ja! Een vrouw: Connie Palmen

Nell Zink en Griet Op De Beeck

Het International Literature Festival Utrecht is weer voorbij: een mooi festival met — het zal de Lezeres des Vaderlands bevallen! — meer vrouwelijke dan mannelijke schrijvers. En ook met meer vrouwelijke dan mannelijke interviewers trouwens.
Ik mocht Griet Op De Beeck interviewen in de grote hal van het voormalige postkantoor, en (zie hieronder) de Amerikaanse schrijfster Nell Zink in de voormalige Postkamer. Zink is een geestige, om niet te zeggen door en door ironische schrijfster die weliswaar in Duitsland woont maar haar afkomst uit het arme Virginia niet bepaald verloochent. Volgens haar is meer dan de helft van de inwoners daar drugsdealer. Het werd een mooi hyperbolisch gesprek!
Nell Zink 22 april 2016

Geplaatst in Nieuws | Reacties uitgeschakeld voor Nell Zink en Griet Op De Beeck

London Book Fair en festival Utrecht

Net terug van de Bookfair in Londen, waar ik voor uitgeverijen Singel (onder andere Querido en De Arbeiderspers), Vantilt en Marmer vanuit het International Rights Center heb geprobeerd zoveel mogelijk Angelsaksische uitgevers te interesseren voor Nederlandse boeken. Zo ziet dat eruit, maar dan 30 rijen dik:
IRC slider - 1138x400En nu ben ik volop aan het lezen voor het ILFU, het nieuwe literatuurfestival in Utrecht (voorheen het City2City festival). Daar interview ik vrijdag aanstaande Nell Zink en zaterdag Griet Op De Beeck. Voor kaarten: http://www.ilfu.nl/
Het wordt een mooi festival met interessante schrijvers en op een prachtige locatie: het voormalige postkantoor aan De Neude. City2Cities-001
Naast de hoofdgasten als Nell Zink, Jonathan Coe, Laurent Binet, Kim van Kooten en vele anderen is er ook de uitreiking van de Filter Vertaalprijs. Speciale aandacht dus voor die geweldige mensen die de literatuur in andere talen voor ons ontsluiten, en die wat mij betreft niet genoeg in het zonnetje gezet kunnen worden: de vertalers!

Geplaatst in Nieuws | Reacties uitgeschakeld voor London Book Fair en festival Utrecht

De tuin der lusten

Afgelopen week in De Standaard der Letteren:

De tuin der lusten 2Ecce homo – ziet de mens

WAAR is God toch gebleven? Die vraag zullen lezers zich stellen tijdens het lezen van de verhalenbundel Nieuwe lusten. Aanleiding is de Jeroen Bosch-tentoonstelling in Den Bosch, de block-buster waarvoor geen kaartje meer te koop is en mensen vanover de hele wereld komen aanvliegen. Hoogtepunt daar is niet Bosch’ schilderij De tuin der lusten, want het Prado in Madrid wilde dat niet uitlenen, maar in Nieuwe lusten is het schilderij alsnog vertegenwoordigd.
Op de buitenzijde van het linkerpaneel is de Schepping van de wereld afgebeeld: een nogal miezerig Godje blaast de wereld, die is afgebeeld in een glazen bol, leven in. Jeroen Bosch was diepreligieus en zijn schilderijen zijn vaak ‘exempla contraria’: te mijden voorbeelden van het kwaad. Rond 1500 was de angst voor het einde der tijden groot en woekerden de ‘duivelfantasieën’, zoals Johan Huizinga ze in Herfsttij der Middeleeuwen

Het miezerige godje

Het miezerige godje

noemt. Zich afkeren van de zonde was de enige redding voor de mens. Het linkerpaneel stelt het paradijs vóór de zondeval voor, het rechterpaneel de hel, met martelingen, vuur en monsterlijke duivels. En het middenpaneel, vol blote mensen, vreemde bouwsels en organische vormen, is niets minder dan het leven op aarde, of, zoals de Nederlandse filosoof René Gude het kernachtig zei: ‘het gedoetje dat het leven is’.
Dat ‘gedoetje’ met blote mensen is door een aantal schrijvers in Nieuwe lusten opgevat als een tuin vol seks, porno en overspel, en dat zegt grappig genoeg vooral veel over de tijd waarin wij nu leven. In het verhaal van Hanna Bervoets bijvoorbeeld, over een bizarre seksfantasie met een zeemeermin. Bervoets’ grillige vorm past wondermooi bij de fantasierijke beeldentaal van Bosch. Annelies Verbeke’s verhaal gaat over overspel, en ook bij haar stilistische springerigheid en humor. Zij toont ons een ‘mozaïekmens’, toppunt van postmodernisme.
Ook seks, lust en macht in het verhaal van Karin Amatmoekrim. Zij beschouwt seks als vorm van vrouwelijke macht over mannen, zoals meer vrouwelijke schrijvers in deze bundel, terwijl dat bij de mannen meestal omgekeerd is. Edzard Mik bijvoorbeeld tovert de fontijn van Jeroen Bosch om in een porno-paleis zoals dat alleen in onze deccenia bestaat. Ilja Pfeiffer, getrouw aan zijn onderwerp, toont de nachtvlinders en travestieten van nachtelijk Genua. En ook Arnon Grunberg borduurt voort op zijn patroon met een verhaal over de seksuele macht van een werkgever over de Nepalese verpleegster van zijn moeder. P.F. Thomése, die het interessante punt aansnijdt van het ‘publieke sterven’ op televisie (een vorm van ‘terminale erotiek’) laat een macho-tot-de-dood over zijn minnares aan het woord: ‘een pruim die je liet weken werd alleen maar zachter’. Alleen bij Jamal Ouariachi, een generatie jonger, heeft een vrouw de macht. Hij heeft een raadselachtig detail uit Bosch’ schilderij als eindpunt genomen: een mes door een hand. Nina Weijers koos de uil, het dier dat steeds weer in Bosch’ schilderijen opduikt, als motief in een kernachtig beschreven relatiedrama.De tuin der lusten
Manon Uphoff beschrijft het middenpaneel meer als ‘een winkel voor exclusieve Italiaanse schoenen’ dan als porno-paleis, en heeft daarmee oog voor de esthetiek waarmee Bosch zijn blote mensenfiguren schilderde. Geen erecties, grote borsten, geile billen te zien; bij Bosch is de naaktheid sereen. Uphoff heeft dat begrepen en laat een vrouw haar lichaam tatoeëren met Bosch-achtige gekke en gruwelijke taferelen, om vervolgens voor altijd haar lichaam bedekt te houden. Het tonen van de lusten is immers bij Bosch een oproep tot kuisheid. Hans Maarten van den Brink, die de bundel ook samenstelde, is de enige die naar het ambacht kijkt: het giftige loodwit dat Bosch door zijn verf mengde is een mooie metafoor voor de schepping die al de dood in zich bergt.
Het woord ‘God’ valt pas voor het eerst op pagina 164 in het enige historische verhaal in de bundel, van Nelleke Noordervliet, over de aantrekkingskracht die de zonde heeft op de mens. Een weduwe wordt, slechts in de verbeelding (zoals ook bij Bosch), verleid door een priester. Zij gaat zich als zondige heks gedragen zonder dat er iets gebeurd is. Op pagina 214 duikt God voor de tweede keer op, in een uiterst grillig en verontrustend experimenteel verhaal van Gustaaf Peek.
Pas in het afsluitende essay van Willem Jan Otten valt het woord vaker, in een prachtige analyse van het schilderij als de ‘stadia van de mens’. Die stadia zijn sterk beschreven in Nieuwe lusten, door het neusje van de zalm van de Nederlandse literatuur. Het boek geeft geen beeld van Jeroen Bosch of de middeleeuwse mens, maar vooral van de worstelingen van de hedendaagse mens. De mens die, in de woorden van Otten, een ziel is ‘die, ingeklemd tussen verlangen en angst, begeerte en verdorring, woekert met zijn oogwenk op aarde’.

Nieuwe lusten
samenstelling Hans Maarten van den Brink
250 pagina’s, De Geus
Verhalen geïnspireerd door De tuin der lusten van Jeroen Bosch, van de hand van Nina Weijers, Abdelkader Benali, Dirk van Weelden, Edzard Mik, Hanna Bervoets, A.H.J. Dautzenberg, Maartje Wortel, Karin Amatmoekrim, Thomas Heerma van Voss, Manon Uphoff, Ilja Leonard Pfeiffer, Annelies Verbeke, Bas van Putten, Adriaan van Dis, Christiaan Weijts, Nelleke Noordervliet, Jamal Ouariachi, Arnon Grunberg, Gustaaf Peek, P.F.Thomése, Willem Jan Otten en H.M. van den Brink

Geplaatst in Nieuws | Reacties uitgeschakeld voor De tuin der lusten

In memoriam

Toen ik ontwaakte was ik in een woud
Louise Glück

Erik Menkveld
30 maart 2014  –  30 maart 2016

Maria Vlaar
Emilia, Darja, Lucian Menkveld

Geplaatst in Nieuws | Reacties uitgeschakeld voor In memoriam

Column Boekenbal

Column in De Standaard 18 maart 2016

Eigenlijk gaat dit raadsel over een chirurg. Maar omdat het Boekenweek is gaat het over Scan0048een schrijver. Op een druilerige vrijdagmiddag slaat een schrijver de Boekenbijlage van de krant open en ziet een grote foto van een jonge debutant met de kop “Het grootste talent van de Lage Landen”. ‘Maar dat is mijn zoon!’ roept de schrijver verbaasd uit. Toch is de schrijver niet de vader van het succesvolle talent. Weet u de oplossing van dit raadsel?
De Boekenweek begint traditiegetrouw met het Boekenbal in de Stadsschouwburg van Amsterdam. Afgelopen vrijdag vierde het Bal zijn 65ste verjaardag. Thema van de Boekenweek 2016 is ‘Duitsland’ en de schouwburg was ingericht als een Duits cabaret uit het interbellum. De gastvrouwen van de CPNB, de Nederlandse tegenhanger van Boek.be, waren toepasselijk uitgedost in charleston-jurken met lange parelkettingen en deelden keulse watertjes uit. Het podium – want voordat het bal losbarst en 1500 mensen gaan dansen is er een voorprogramma voor de happy few – zag eruit als het Pfeffermühle Kabarett van Erika Mann, de dochter van Thomas Mann die zich met haar cabaret verzette tegen de nationaalsocialisten.
De Duits-Nederlandse zanger en entertainer Sven Ratzke ademt Berlijn tot in zijn poriën en is een uitmuntende David-Bowie vertolker. Hij stak de zaal peper in de kont en wist iedereen aan het lachen te krijgen. Zoals gebruikelijk werd er ritueel gemopperd op het niveau van het programma; voor wat bekend staat als het moeilijkste publiek durft toch ieder jaar weer iemand zijn kunsten te vertonen.
Duitsers belachelijk maken, daar zijn wij in Nederland goed in, maar dat is inmiddels zo passé. De Duitsers zijn nu zo’n beetje het geweten van Europa geworden. Daar had Sven het allemaal niet over. Hij had geen politieke agenda. Met zijn podiumgasten balanceerde hij perfect tussen ironie en sentiment en toonde vooral de Duitse liefde voor taal, literatuur en muziek. Hochkultur én Schlager. Duitse literatuur is cool.
Toch was er voor uw verslaggever-ter-plaatse iets politieks te vinden. De CPNB had mij namelijk strategisch in de zijloge geplaatst, waardoor ik prima uitzicht had op de tafeltjes waar de belangrijkste gasten mochten zitten: de schrijvers. Ik zag Lize Spit, Franca Treur, Nina Weijers, Maartje Wortel, Simone van Saarloos, Hanna Bervoets met hun vriendjes, vriendinnen, uitgevers en redacteuren aan de rode wijn. En vanuit mijn ooghoek zag ik op het eerste balkon in de koninklijke loge de koningin van het Bal, boekenweekgeschenkschrijver Esther Gerritsen naast haar zeer tijdelijke eega David van Reybrouck, de schrijver van het boekenweekessay.
Voor het eerst sinds 2002, dat is dus véértien jaar geleden, is dat een vrouw. Wel is de enige schrijver die liefst drie keer het Boekenweekgeschenk mocht schrijven een vrouw: Hella Haasse in 1994, 1959 en 1948. Haasse kreeg met gemak de ‘Grote Drie’ Hermans, Mulisch en Reve op de knieën.
Vrouwen dus, jonge schrijvende hemelbestormers, daar op de beste plekken in de pepermolen van het Boekenbal. De CPNB heeft een strikt plaatsings- en kaartbeleid, waardoor het feest ook de begeerde exclusiviteit behoudt, dus het kán geen toeval zijn dat de (jonge) mannelijke schrijvers naar de zijkanten geschoven zaten. En Vlamingen? Ja, natuurlijk worden de grote Vlaamse schrijvers uitgenodigd en geëerd. Maar, Vlaanderen: wordt het niet eens tijd voor een Vlaams Boekenbal? Een prachtige avond in de Boerlaschouwburg met een ijzersterk programma, een begeerd feest? Met als sterren Annelies Verbeke, Griet Op de Beeck en Saskia de Coster in jurken van Antwerpse topontwerpers? Kristien Hemmerechts als een Hella Haasse in de ereloge naast haar tijdelijke eega P.F Thomése? Ja, Vlaanderen: een eigen Boekenbal, niet voor lezers (sorry, lieve DSL lezers) maar alleen voor schrijvers en hun gasten. Exclusief, extravagant, elegant.
Heeft u inmiddels het raadsel (zie boven) opgelost? De schrijver is de moeder van de debutant.

Geplaatst in Nieuws | Reacties uitgeschakeld voor Column Boekenbal