Astrid Roemer – Wanhoop, onrecht en liefde

portret – Astrid Roemer Winnares van de P.C. Hooftprijs 2016

Wanhoop blootleggen, onrecht toelichten en liefde propageren

De Surinaams-Nederlandse schrijfster Astrid Roemer krijgt eindelijk de erkenning die ze verdient. Haar zwervende bestaan staat in het teken van een strijd tegen onderdrukking.

Wie had dat ooit gedacht? De grilligste vrouw van het Nederlandstalige literaire universum, nauwelijks bekend onder het lezerspubliek, wint de meest prestigieuze literaire prijs: de P.C. Hooftprijs, groot 60.000 euro. De verrassing was groot toen de jury zijn keuze bekendmaakte, maar wie Roemers werk kent en ziet hoeveel zij voor het Nederlandse taalgebied, Suriname incluis, betekent, zal erkennen dat het een terechte toekenning is voor een bijzonder gedreven oeuvre.
Vijftien jaar lang leek de schrijfster van de aardbodem verdwenen. ‘Mijn leven beweegt van vol, leeg, leger naar koel, kil, koud,’ schrijft ze in Liefde in tijden van gebrek, de ‘memoires van een thuisloze’ die gelijktijdig met de toekenning van de prijs verschijnen. In deze autobiografische notities verhaalt ze over haar vlucht naar Schotland, op zoek naar sporen van haar Schotse voorouders, op de loop voor een rechtszaak in Nederland en uit liefdesverdriet om een geheimzinnige ‘lady van Amsterdam’. Ze haalt herinneringen op aan haar grote liefde Bill en bezingt de liefde voor haar katten. ‘Het is een feit: ik ben mijn herinneringen en mijn herinneringen vormen de bron van mijn bestaan.’ Intussen trekt ze van huurkamer naar huurkamer en is ze eenzaam en achterdochtig. Overal probeert ze niet te denken aan wie ze consequent ‘degene aan wie ik liever niet denk’ noemt, en overal heeft ze het idee te worden bespioneerd en bestolen.
Astrid Roemer (1947) werd geboren in Suriname en vertrok in 1966 naar Nederland, zoals de helft van de Surinamers uiteindelijk deed. Zij debuteerde als dichter met Sasa Mijn actuele zijn in 1970. Regelmatig keerde ze langere periodes terug naar Suriname, onder meer als onderwijzeres. In haar werk hebben kolonisatie en dekolonisatie altijd een belangrijke rol gespeeld. Roemer geeft aan dat zij de onderscheiding met de P.C.Hooftprijs ook ziet als erkenning van de Nederlands-Caraïbische literatuur en draagt de prijs op aan schrijver Bea Vianen en aan de inmiddels overleden schrijvers Edgar Caïro, Anil Ramdas en Frank Martinus Arion. ‘Met Suriname ben ik getrouwd, Nederland is mijn minnaar, met Afrika heb ik een homoseksuele relatie en met ieder ander land ben ik bereid slippertjes te maken,’ zegt ze over haar band met Suriname.
Met haar romans wil ze, zoals ze in Liefde in tijden van gebrek schrijft: ‘Wanhoop blootleggen. Onrecht toelichten. Liefde propageren.’ Vooral Over de gekte van een vrouw (1982) blaakt van strijdbaarheid: in deze feministische roman verzet hoofdpersoon Noenka zich tegen de (seksuele) macht van mannen. De confrontatie van de zwarte vrouw met geweld, seks en onderdrukking loopt als een rode draad door haar werk. Haar lesbische relaties maken niet dat zij een homoseksuele identiteit omarmt: zij zoekt naar vrijheid in taal, liefde en seks, zoals verwoord in het gedicht: ‘Als een bruidssluier / ben je voor mijn hart / weldra raakt mijn hart verstikt’. Als een van de eersten heeft Roemer de magische elementen uit de Zuid-Amerikaanse literatuur in Nederland geïntroduceerd. Geestverschijningen, slangen en metaforen: er zit meer Gabriel García Márquez dan Willem Elsschot in haar werk.
Filmmaakster Cindy Kerseborn wist de schrijfster na 15 jaar op te sporen op het eiland Skye, en maakte de film De wereld heeft gezicht verloren over Roemers leven met laptop, rugzak en kat. Na haar zwerftocht door Schotland is Roemer, bijna 70, neergestreken in een klooster in Gent. Daar schrijft ze aan een nieuwe roman.

Roemers beroemdste boeken:

Neem mij terug Suriname (1974)
Roemers debuut is opnieuw uitgegeven in de serie ‘Surinaamse klassieken’ van uitgeverij Conserve. Hoe verwierven Surinamers zich een plek in de Nederlandse samenleving en bleven zij tegelijk trouw aan het Surinamerschap? De 40-jarige Benny vertrekt naar Nederland en ontpopt zich tegen zijn zin als pooier. Seks, al dan niet betaald, ontrouw en openbare homoseksualiteit tekenen de samenleving. Gedesillusioneerd keert Benny terug naar Suriname.

Gewaagd leven (1996)
Hagith, Rubi en Onno heten de drie kinderen van de ‘predikant zonder parochie’ Michael Mus. Ze wonen in de voormalige koloniale woning Meerzorg aan de oceaankust van Suriname. Vader houdt er een ‘buitenvrouw’ op na en leeft op permanente voet van oorlog met zijn vrouw; Onno’s geliefde tante woont in Nederland. In verschillend getoonzette fragmenten weet Roemer fraai de rijke binnenwereld van een puberjongen te schetsen, terwijl intussen in Suriname politieke instabiliteit, corruptie, drugshandel en geweld floreren.

Lijken op liefde (1997)
Samen met Gewaagd leven en Was getekend (1998) is Lijken op liefde opgenomen in de omnibus Onmogelijk Moederland (2016), ook wel ‘Roemers drieling’ genoemd. Deze roman, met een van de mooiste titels uit de Nederlandstalige literatuur, vertelt het verhaal van Suriname en de Decembermoorden in 1982 (de coup door Dési Bouterse, nu president van Suriname) vanuit het perspectief van huishoudster Cora Sewa. Het sprookje van de maagdelijke bediende in een tropisch paradijs spat uiteen.

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink .