Eerder deze maand verscheen de vertaling van Er ist wieder da, van de Duitse journalist Timur Vermes. De Bezige Bij liet het vertalen als ‘Daar is hij weer’ en het boek heeft de bestsellerlijsten al gehaald. Afgelopen voorjaar verscheen mijn recensie over de Duitse editie:
Door Maria Vlaar
Grappen maken over Hitler was tot voor kort not done in Duitsland. Dat was aan het buitenland voorbehouden. Charlie Chaplin ‘deed’ al een meesterlijke Hitler in 1940, in The Great Dictator. John Cleese met zijn ‘don’t mention the war’, inclusief twee vingers bijwijze van Hitlersnorretje onder de neus, in Fawlty Towers, is menigeen op het netvlies gebrand. Maar in Duitsland zelf werd Hitler óf als de pure incarnatie van het Kwaad, óf als totale Gek gezien. De debuutroman Er ist wieder da van Timur Vermes (1967, journalist en ghostwriter van Duits-Hongaarse afkomst), heeft daar verandering in gebracht. Zijn roman verkocht al 400.000 exemplaren in vier maanden tijd.
Op een veldje, ergens in Kreuzberg of Neukölln, de beroerdste wijk van Berlijn, ontwaakt een man in nazi-uniform. Hij heeft geen idee wat er aan de hand is en komt er tot zijn eigen verbijstering achter dat het 2011 is. De eigenaar van een krantenkiosk die hem helpt, weet zeker dat hij met een uitstekende toneelspeler van doen heeft. Maar het is de echte Adolf Hitler, de ik-persoon van Er ist wieder da. De tweespalt tussen Hitlers eigen gedachtengang en de lacherige reacties van de mensen om heen blijft de hele roman in stand. Als Hitler ziet dat de Turkse kinderen ‘Turkenstopjes’ in hun oren hebben, vermoedt hij een prima regeringsbesluit dat de kinderen isoleert, zodat ze geen Duits kunnen leren. Alle lezers begrijpen natuurlijk dat het om I-phone-oortjes gaat.
De kioskhouder brengt Hitler in contact met televisielui, die een buitenkans voor de kijkcijfers in hem zien. Hitler op zijn beurt ziet hen als de moderne versie van propagandaminister Goebbels. Hij treedt op in een satirische televisieshow van een Turks-Duitse komiek, waar hij al snel meer succes heeft dan zijn gastheer. In zijn eigen show bekritiseert hij vervolgens Angela Merkel, Europa, de politiek, de gezondheidszorg – kortom, alles waarop het tegenwoordig snel raak schieten is.
Terwijl Hitler het doodernstig meent, vatten de media en politici alles wat hij zegt als satire op. Dat Hitler daarbij letterlijk de propagandataal van de jaren dertig gebruikt, en regelrecht uit Mein Kampf lijkt te citeren, wordt postmodern opgevat. Het móet wel ironie zijn! Lachen!
Precies dát punt is sommige critici in Duitsland in het verkeerde keelgat geschoten. Een aantal critici gaat nog altijd uit van het concept ‘Hochliteratur’: literaire taal onderscheidt zich in hoge mate van omgangstaal. Een roman die voor het grootste deel bestaat uit humoristisch bedoelde Hitleriaanse propagandateksten kán dus geen hoogstaande literatuur zijn. Der Spiegel kiest ervoor gewoon niet mee te lachen: ‘Hitler-grappen hebben altijd zo’n lange baard…’ Anderen menen dat Timur Vermes politiek naïef is, omdat het grote publiek zou kunnen denken dat het toch niet zo vreselijk was, met die Hitler. Dat gaat ervanuit dat het publiek niet in de gaten zou hebben dat dit boek hun een spiegel voorhoudt.
Hebben de media intussen wel door dat zíj zelf in die spiegel dienen te kijken? Want uiteindelijk is deze roman geen satire over Hitler, maar een satire over de hedendaagse media en politiek. De media doen alles voor kijkcijfers en succes, en de politici… ook. Aan het eind van de roman wordt Hitler gemolesteerd door neo-nazi’s, die denken dat hij hun held parodieert. Daarna stijgt zijn ster nog sneller, want wie door neo-nazi’s het ziekenhuis ingeslagen wordt, kan niets meer fout doen. Alle politieke partijen, van Liberalen tot Groenen, vragen hem lid van hun partij te worden. Het pad naar de totalitaire macht via de democratische weg lijkt, net als na de verkiezingen van 1933, voor hem open te liggen.
In Duitsland verschijnt het ene boek na de andere film over Hitler, en is iedere snipper nieuws. In eerdere romans, zoals Die Nachhut van Hans Waal, was de nazistische disciplinedwang al onderwerp van spot. Maar Hitler zélf persifleren? De Frankfurter Allgemeine vindt het ‘komisch maar problematisch’ dat de ‘Antichrist’ in de roman optreedt in een talkshow. Juist deze door de media uitgevonden ‘Hitleritis’ (Süddeutsche Zeitung) wordt door Timur Vermes op de hak genomen. Want als alle nazi-misdaden op het conto van Hitler geschreven kunnen worden, denkt men dan nog wel na over de rol die de Duitse bevolking heeft gespeeld? Waarom zoveel Duitsers enthousiast Hitlers denkbeelden hebben gevolgd en uitgevoerd?
Vermes zelf intussen vindt niet dat zijn roman de misdaden van Hitler wegwuift of afzwakt. Hitler was geen Monster of Idioot, hij was ook slim en charmant, is zijn boodschap. En de kiezers van 1933 waren heus niet zoveel dommer dan die van nu. In interviews benadrukt Vermes dat hij de lezers, zodra ze moeten lachen, hard om de oren slaat. Hitler beschrijft bijvoorbeeld een vrouw die haar hond uitlaat, en met een plastic zakje het hoopje opruimt. Het ziet er inderdaad komisch uit. Maar dan vervolgt hij zijn drogredenering: zulke vrouwen moeten gesteriliseerd worden, zodat ze zich niet voort kunnen planten. Ook is hij onversneden antisemitisch.
De vraag is natuurlijk, of dat inderdaad aankomt als een klap in het gezicht. Zouden de Duitse media, de politici en de kiezers die Hitler zo maar weer zouden kunnen achternalopen inderdaad en masse dit boek kopen omdat ze klappen willen? Of toch omdat ze nu ook weleens hardop willen lachen om Hitler? Alle controverse en succes rondom het boek maken deze vragen urgent. Dat de scènes af en toe wel erg uitgesponnen zijn en de roman literair gezien origineel, maar geen hoogstandje is, doet er dan eigenlijk niet meer toe.
Timur Vermes
Er ist wieder da. Der Roman
396 pag., € 19,33, e-book € 14,99, Eichborn Verlag