ALS JE ZIEK BENT GEWEEST, ook na een weekje griep of na een ziekenhuisopname, dan kan er iets veranderen in je zintuigelijke waarneming waardoor je huid extra gevoelig lijkt. Soms lijkt het zelfs alsof je vervellen gaat, en soms is het ook alsof je smaak net zo gevoelig wordt als je onbeschermde huid. Een tomaat heeft ineens iets bitters, en heel kouds, in je overgevoelige mond. Een rijstkorrel voelt scherp als een steentje.
Een prachtig verhaal van Mercè Rodoreda, een Catalaanse schrijfster van ontroerende vrouwenportretten, gaat over zo’n overgevoelige huid. Het is een verhaal over Jonas in de Wallevis (die vannacht gevangen is, zing je er automatisch in je hoofd achteraan). Een jonge visser is opgeslokt door een walvis. Tot zijn verbazing blijft hij in leven in de maag van het dier. Hij probeert te ontsnappen en door de baleinen in de bek van de walvis naar buiten te zwemmen, maar dat is tevergeefs. Hij verzet zich tegen zijn gevangenschap, zwemt tegen de slokbewegingen van het gigantische dier in, vecht tegen zijn lot. Het helpt niet. Pas als hij zich ‘overgeeft’ en meegaat met de etenstijden en de stroom van de walvis, vindt hij weer een levensritme. Jarenlang leeft hij zo zijn leven. En dan wordt hij toch ineens uitgespoten en spoelt aan op een strand. De mensen in het vissersdorp die hem vinden noemen hem ‘de mossel’ omdat hij door zijn verblijf in de walvis helemaal bedekt is met een extra huid van parelmoer. Hij glanst.
De nonnen in het dorp willen hem helpen door met een hamertje zachtjes de parelmoerlaag van hem af te bikken. De pijn is verschrikkelijk, zijn hele huid is onherstelbaar overgevoelig. Hoewel er wat van de glans achterblijft, kan hij uiteindelijk toch weer door het leven als mens in plaats van schaaldier. Om dan tot de ontdekking te komen dat niemand hem verder helpen wil om weer een plek in te nemen in de maatschappij. En dat hij misschien wel beter af was in zijn walvis, ‘mijn Cristina’, zoals hij haar liefdevol noemt.
Als je eenmaal een huid van parelmoer hebt, ben en blijf je de mossel van het dorp.
Wat de jonge visser meemaakte is een archetypisch verhaal over crisis en verandering; een modern sprookje. Bij Grimm of Anderson moeten de helden ook altijd ergens doorheen, door een donkere grot, over zeven hoge bergen, of door een periode van armoede en honger. Ik ken een huisdokter die eigenaardig advies heeft bij een burn-out: alleen nog maar kinderboeken lezen. Hij raadt in zulke gevallen Brief aan de koning aan! Een sprookjesverhaal over een opdracht, de ontberingen die daaruit volgen, en uiteindelijk: de oplossing, de katharsis. Dat is het medicijn: de belofte dat je uiteindelijk uit de walvis komt, en je leven opnieuw op kunt bouwen. Met een restje parelmoer op onvermoede plekken, om je te herinneren aan je overgevoeligheid.
Maria Vlaar