In De Standaard publiceerde ik een stuk over de kunst van het romanschrijven, naar aanleiding van twee essays: Wat is kunst? van Lev Tolstoi, dat onlangs in de vertaling van Hans Boland is verschenen, en Wat alleen de roman kan zeggen van Oek de Jong.
“Voor echte grote kunst geldt dat zij toegankelijk en begrijpelijk is voor iedereen.”  Aldus Lev Tolstoi; voor Oek de Jong is een goede roman de plek voor ‘de verbeelding van het intieme’. Tolstoi ziet goede kunst als het ‘streven naar verbroedering’ tussen mensen, en De Jong maakt de roman tot de spreekbuis van de ‘kosmos van de binnenwereld’. En zo kan het dat De hut van oom Tom van Harriet Beecher Stowe, precies het boek dat door Oek de Jong wordt bestempeld als niet meer relevant, omdat de rol – het opsporen van maatschappelijke problemen – is overgenomen door journalisten en politici, voor Tolstoi het lichtend voorbeeld is van ‘een goede roman’. Voor het hele stuk: zie de website van De Standaard, of stuur mij een een e-mail.