ROBERT ANKER
Oorlogshond is een boek dat midscheeps treft. Een thriller die van actie naar actie jaagt, maar ook een experimentele ideeënroman. Maar om welke ideeën gaat het Anker uiteindelijk? Niets lijkt er nog toe te doen, in zijn paradoxale universum.
Robert Anker
Oorlogshond
Roman, 334 pagina’s
Querido
Door Maria Vlaar
Michiel de Ruyter is Nederlands beroemdste zeventiende-eeuwse zeeheld. Zijn portret sierde vóór de euro de biljetten van 100 gulden. Boven zijn grafmonument in de Nieuwe Kerk in Amsterdam staat ‘Immensi Tremor Oceani’, ‘Schrik van de Grote Oceaan’. En zo was het ook: hij begon zijn carrière als kaper en wapenhandelaar, en eindigde als opperbevelhebber van de Nederlandse vloot.
In Oorlogshond, de nieuwe roman van romancier en dichter Robert Anker, heet de gewelddadige hoofdpersoon ook Michiel de Ruyter. En net als zijn beroemde naamgenoot is hij een meedogenloze vechtersbaas met charisma. Helden worden niet uit sympathie geboren. Helden doen iets wat niemand anders durft. Dat is wat ze tot held maakt.
Ook de Michiel de Ruyter van Robert Anker doet iets wat niemand durft. Hij verbaast zijn milieu van intellectuelen, filosofen en leraren op de middelbare school door letterlijk het gevecht met de wereld aan te gaan. Hij wil leven on the edge, maar in een wereld waar alle taboes en grenzen doorbroken zijn, moet je heel ver gaan wil je nog een thrill krijgen.
De nabije toekomst waarin de roman speelt ziet er heel anders uit dan je nu kunt vermoeden. Wat nu het grootste maatschappelijke probleem in Nederland lijkt, de integratie van de moslimgemeenschap, is opgelost. Ook het Palestijns-Israëlische conflict is beëindigd, net als het Belgische: Vlaanderen is een eigen staat, en Wallonië een provincie van Frankrijk.
De samenleving wordt geteisterd door nieuwe problemen, die toch vaag vertrouwd aandoen, zoals ruzie tussen de voor- en tegenstanders van het ‘Andere Leren’, dat bijna geen kennisoverdracht meer behelst, een hevige anti-Europese stemming en een regionalisme zonder weerga. De Nederlandse provincie Saumerland wil onafhankelijkheid, onder leiding van Marianne Aboutaleb. Inderdaad, de moslims van nu zijn de populistische reactionairen van straks, en zetten zich in voor de boeren, voor het gewest, voor het platteland, voor het herstel van waarden. De gehate vreemdelingen komen inmiddels uit Rusland.
In dat verwrongen Nederland leeft Michiel de Ruyter, classicus en gepromoveerd filosoof, drugsdealer, leraar, freefight bokser, huurling in Afrikaanse oorlogen met kindsoldaten, volkshitser, moordenaar, autoracer en populist. Michiel leidt de strijd van Saumerland en richt een bloedige burgeroorlog aan. Hij doet alles wat de god van de christenen verbiedt. Michiel lijkt een onmogelijke hoofdpersoon, en dat is hij ook. Hij is geen mens, of het zou er een met een meervoudige persoonlijkheidsstoornis en ADHD moeten zijn. Nee, Michiel is een mythologische held, en Robert Anker heeft zijn ontsporende mythe geënt op het Griekse heldenepos over de wrede, emotionele Achilles, die onwillige minnaars de kop afhakt, de een na de ander tot bijslaap neemt, en na zijn dood een halfgod wordt.
In Oorlogshond is alles veroorloofd, want iets als ‘moraal’ is volkomen passé in Michiels belevingswereld. Consequent hoeft hij dus niet te zijn. Zo is hij als leraar op de school waar dit epos begint, een militante tegenstander van het ‘Andere Leren’. Om ineens op pagina 131 een voorstander van dat Andere Leren te blijken. Hij is zowel volstrekt bandeloos – groepsseks met leerlingen, vrij drugsgebruik, en het voortdurend overtreden van alle maatschappelijke regels – , als een gediciplineerde soldaat, die een eigen leger drilt. Hij raakt op sentimentele wijze depressief als zijn grote liefde hem afwijst, maar predikt onder zijn groupies tegen de Liefde en voor de vrije seks. Hij laat zich alleen door lage driften leiden maar doet wel een oproep tot ‘Bildung’. Hij wisselt van ideaal zoals een ander mens van onderbroek.
Anker schetst een toekomstbeeld waar je koud van wordt. Filosofie en literatuur zijn volkomen irrelevant geworden. Dat maakt somber. Je kijkt naar je boekenkast en denkt: daar moet dus de fik in. Zou dàt nou neo-nihilisme zijn? Maar hebben we dan niet toch weer de filosofie nodig om er iets van te kunnen begrijpen?
Net als de held in dit verhaal durft de schrijver alle regels los te laten. Ankers stijl switcht van korte, hijgerige zinnetjes naar filosofische exposés, van subtiele virtuositeit naar botte lelijkheid. Hij creëert een volkomen onbetrouwbare verteller, die dan biograaf, dan medestrijder, dan alter ego van Michiel is.
Oorlogshond is een boek dat midscheeps treft. Een thriller die van actie naar actie jaagt, maar ook een experimentele ideeënroman. Maar om welke ideeën gaat het Anker uiteindelijk? Niets lijkt er nog toe te doen, in zijn paradoxale universum. Omdat het toch maar literatuur is? Is dat wat Anker met Oorlogshond wil zeggen?