Artikelen

Ik schrijf artikelen over beeldende kunst, politiek, vertalen en internationale betrekkingen. Bijvoorbeeld over Thilo Sarrazin en de Bratwurst die hij verorberde op de Buchmesse in Frankfurt, over de Belgische kunstenaar Jan Fabre, over een tentoonstelling in Frankfurt van schilderijen van Max Beckmann, over taalpolitiek in Kroatië, over nationalistische cultuurpolitiek in Hongarije en nog veel meer.

In NRC Handelsblad verscheen op vrijdag 11 januari 2013 een groot artikel over de toekomst van het boekenvak, ‘Alles zal anders gaan’. Via de link http://archief.nrc.nl/?modus=l&text=maria+vlaar&hit=2&set=1&check=Y op te vragen in het archief van de krant. Hier verschijnt binnenkort mijn originele versie.

Thilo Sarrazin, auteur van Deutschland schafft sich af, werd op de Boekenbeurs in Frankfurt ingehaald als een held
http://www.groene.nl/commentaar/2010-10-12/schweinefleichfresser

Beeldende kunst
Max Beckmann, schilder in New York en Frankfurt
http://www.groene.nl/bericht/2011-12-02/max-beckmann-een-frankfurter-in-new-york

Taalpolitiek in Kroatië – over ketterse boeken, heksenjacht en wetenschap
http://www.groene.nl/2011/16/kroatie-opent-heksenjacht-tegen-zijn-eigen-taal

Literatuur
In memoriam Doeschka Meijsing
Een schrijfster van tegendraads
fluweel
De Standaard 1-2-2012

Ze kon ruw en fluweelzacht zijn, in woord en daad. Fel van zich afbijten in intellectuele discussies. Sentimenteel zijn als het ging om de liefde en de literatuur. Maar altijd was haar schrijven van superieur niveau.
Gisteravond 30 januari is als gevolg van complicaties bij een operatie in haar woonplaats Amsterdam Doeschka Meijsing (1947) overleden. Ze schreef romans als 100% chemie en Over de liefde. Met die boeken groef ze diep in eigen ziel en zaligheid. Haar opvoeding, de wilde Amsterdamse jaren, haar overmatig drankgebruik: geen autobiografisch element was veilig in haar romanuniversum. In Over de liefde (2008) zette ze de microscoop op haar roerige liefdesleven, dat eindigde in een deceptie. Haar huwelijk met Xandra Schutte, nu de hoofdredactrice van het Nederlandse opinieweekblad De Groene Amsterdammer, stond op scherp toen Schutte, toen nog hoofdredactrice van Vrij Nederland, zwanger bleek van haar baas. Half januari 2012 deed Schutte het verhaal nog eens uit de doeken in een openhartig interview in De Volkskrant. Meijsing voelde zich als vrouw, minnares en geliefde zo verraden, dat ze een boek lang wanhopig van zich afbijt. Ze kon grommen en grauwen, vertederen en ontroeren. In real time, maar vooral in haar romans waarin zij de menselijke emoties niet verborg.
Meijsing was een vrouw van tegenstellingen. Euforisch gelukkig was ze met het leven, bijvoorbeeld als het ging over haar pleegzoon Samuel. ‘De schepping heeft het heel goed met ons voor,’ heette het dan. Maar na het winnen van de AKO Literatuurprijs voor Over de liefde dook zij, en dat was niet de eerste keer in haar leven, in een diepe depressie. Ze was van fluweel: zacht en gevoelig, maar ook venijnig als je haar tegen de haren in streek. Haar bitterheid betrof vooral de relatie tot haar moeder, die geportretteerd is in 100% chemie.
Meijsings moeder was een katholieke Duitse; zij voedde Doeschka en haar broer Geerten die ook een bekend schrijver is geworden, ouderwets op. Vooral Doeschka moest het ontgelden: haar opstandigheid en tegendraadsheid vielen niet in goede aarde. Ook haar seksuele geaardheid kon op afkeuring rekenen. Niet zonder ironie, omdat haar moeder ook haar ultieme vijand was, noemde Meijsing haar moeder ‘de bron van mijn schrijverschap’, en de liedjes die zij vroeger in hun huis in Haarlem zong ‘de grondtoon van alles wat ik zou schrijven’.
Meijsing studeerde Nederlandse letterkunde in de roerige jaren zestig aan de Universiteit van Amsterdam en was lerares, wetenschappelijk medewerkster en journaliste. Pas op haar vijftigste werd zij fulltime schrijfster. In 1974 debuteerde zij met de verhalenbundel De hanen. Zij hoorde bij de groep schrijvers rondom het literaire tijdschrift De Revisor: Nicolaas Matsier, Tom van Deel, Frans Kellendonk. Het ging hen meer om de verbeelding dan om de realistische weergave van de werkelijkheid. In haar latere werk staat zij zichzelf toe autobiografischer te schrijven, maar ook daarin gaat het haar altijd om het associatieve vertellen en het ‘vloeiende’ tijdverloop. De werkelijkheid binnen de roman moest de lezer overtuigen, en niet de realiteit daarachter. En dat gebeurde ook, want Meijsing werd vanaf haar boek De tweede man door een groot lezerspubliek gewaardeerd. In die roman combineert ze op superieure wijze haar ideeën over de liefde, over verwantschap, over de klassieke oudheid, de ‘Griekse beginselen’ en Italië, het land waar ze als kind al iedere zomer vakantie hield, en waar haar broer woont en altijd over schrijft. Met hem schreef ze in 2000 de dubbelroman Moord en doodslag waarin de familieverhalen, maar dan net niet waar gebeurd of zelfs verzonnen, nog eens langskomen.
Altijd met een sigaret in de ene hand en een glas in de andere hand was Doeschka Meijsing een bekende figuur in de Amsterdamse literaire wereld. Haar levensdoel was schrijven, ‘alsof elke ochtend splinternieuw is en de overblijfselen van het feest van gisteravond bijeengeveegd moeten worden in taal’, zoals zij het zegt in 100% chemie. Het laatste wat ze wilde, was het zichzelf gemakkelijk maken. Zij wrong het leven uit tot het pijn deed.

 


Dit bericht werd geplaatst in Artikelen, Publicaties en interviews. Bookmark de permalink .