Kees Fens

Gisteren was ik bij de presentatie van de biografie over de criticus Kees Fens, door Wiel Kusters, die smakelijk vertelde over zijn onderwerp. Na afloop praatte ik met een aantal bekenden over het katholieke Amsterdam, waar ook mijn moeder in opgroeide. Mijn opa woonde op de Churchilllaan en ging ter kerke in de Thomas van Aquinokerk in de Rijnstraat; zelf woon ik daar nu vlakbij. Hij was streng in de leer en lid van de Vincentiusvereniging, en ging langs de huizen om te kijken wie er katholiek genoeg was om hulp te krijgen (en wie niet). Mijn moeder, vijf jaar oud, overleefde de hongerwinter doordat de Vincentiusvereniging haar een halfjaar bij katholieke boeren in West-Friesland onderbracht.
De Thomaskerk is afgebroken; op die plek is nu een ING bank. De geloofsgemeente verhuisde naar de veel kleinere Maranathakerk in de Hunzestraat, waar eerder nota bene de Wederdopers huisden. Die kerk staat nu ook leeg (antikraak); de parochie komt tegenwoordig bijeen in een achterkamer van een voormalige winkel in de Rijnstraat… De teloorgang van het Amsterdamse katholicisme in een notedop.
Maar wat mij vooral raakte, gisteren: Kees Fens verloor zijn vader, de rechtgeaarde katholiek die veel op mijn opa moet hebben geleken, toen hij negen jaar oud was.
Mijn zoon is vijftien, mijn dochter zestien, mijn stiefdochter drieëntwintig. Sinds drie maanden hebben zij ook geen vader meer; mijn man en geliefde Erik Menkveld is gestorven op 30 maart 2014. Op een stralende zondag.
Ik hoop dat Erik in de andere wereld Kees Fens al heeft ontmoet en dat zij hun gesprek over Petrarca weer hebben opgepakt.

Dit bericht werd geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink .